In oktober 2013 starten Elke den Ouden, TU/e en ik in opdracht van Mary-Ann Schreurs, wethouder Eindhoven, en Marc Eggermont, algemeen directeur Woonbedrijf met het tot stand brengen van een roadmap, die Het verbruik van fossiele brandstoffen in Eindhoven naar 0 moet brengen in 2045. Natuurlijk is het maar een stipmop de horizon, die heel ver weg ligt, maar dit helpt toch om voor de komende jaren de juiste kant op te sturen.
Eigenlijk bestrijkt de roadmap maar een derde van de uitdaging. Een fors deel van het fossiele brandstofverbruik wordt veroorzaakt door mobiliteit (bijvoorbeeld auto’s, vliegtuigen) en ongeveer een derde wordt veroorzaakt, door het fossiele brandstofverbruik tijdens de productie, transport maar ook recyclen van alle goederen en voedsel die we in Eindhoven consumeren. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat het stukje vlees op uw bord zeer veel fossiele brandstof vergt. De roadmap concentreert zich op de gebouwde omgeving, huizen, kantoren, bedrijven.
De roadmap is vorige week woensdag op 2 juli gelanceerd aan het eind van een workshop waarbij we met allerlei belanghebbenden, de roadmap vertalen naar acties voor de komende jaren.
De gebieden van vernieuwing
Uit de eerste discussies met betrokkenen in de beginfase van het roadmapproces, bleek al dat er drie gebieden van inhoudelijke vernieuwing aanwezig waren. In de verte was al aangegeven dat Eindhoven in 2045 energieneutraal moest zijn. Maar op de korte termijn (linksonder) was duidelijk dat hoewel al een aantal mensen druk bezig zijn met allerlei oplossingen aan het verzinnen zijn (bij voorkeur smart…), terwijl er nog een aantal zijn, die zich afvragen wat er aan de hand is en in ieder geval nog niet actief op pad zijn. Aan de linkerkant van het pad worden al allerlei duurzame energie (deel)-oplossingen verzonnen en is er een sterk geloof in een buurtgewijze benadering. Onder het pad (in de schets rechtsonder) was er ook een groep, dei zich begon te realiseren dat de energiestromen in de vorm van gas en electriciteit van en naar Eindhoven, maar ook binnen Eindhoven zich in de komende decennia grote en dus dure aanpassingen aan de energieinfrastructuur wel eens nodig zouden kunnen zijn. (de tekening is overigens gemaakt door Jan-Jaap Rietjens).
Betekenis, bewustwording en behoefteontwikkeling
Elke en ik waren toen we begonnen niet echt deskundigen op gebied van duurzaamheid. Verre van dat, we hebben veel kennis over hoe je met een groep mensen tot een roadmap moet komen en hoe die te vertalen naar actie. Het was voor ons beiden, in ieder geval voor mij, een indringende kennismaking. Voor die tijd had ik natuurlijk wel van duurzaamheid gehoord, maar ik was niet bewust bezig met mijn gedrag aan te passen. Toen ik me begon te realiseren dat het echt met onze aardbol en dus met ons verschrikkelijk mis gaat als we zo doorgaan, begonnen we in ons gezin meer te fietsen, minder vlees te eten, proberen zo min mogelijk spulletjes in plastic te laten verpakken en plastic tassen te gebruiken. plastic apart in te zamelen en ga zo maar door. Maar zoals ik aan dit project begin zijn er velen, die zich noet bewust zijn wat we als we zo doorgaan achterlaten aan onze kinderen en kleinkinderren. De grootste uitdaging is om duurzaamheid betekenis te geven: het doorgeven van een aardbol, die goed is om op te leven voor alle levende wezens op deze aarde. Daarnaast weten veel mensen niet wat dan erg belastend is voor het milieu. Dus zolang je niet bewust bent van die belasting, kun je ook niet sturen naar meer duurzaamheid. bewustwording is het tweede sleutelbegrip. En ten
slotte ontstaat er de vraag naar oplossingen. Als die vraag niet ontstaat, gaat het bedrijfsleven niet investeren, want de bedoeling is dat bedrijven waarde creëren en geld verdienen om te kunnen voortbestaan en verder te ontwikkelen.
Om een energiesysteem aantrekkelijk te maken voor gebruikers en eigenaars zijn een aantal zogenaamde waardedrijvers (onderste rij in de afbeelding) van belang. Een paar belangrijke waardedrijvers als voorbeeld: Natuurlijk is op de eerste plaats de bijdrage aan de vermindering van fossiele brandstoffen van belang, maar uiteraard ook de economische waarde (betaald zich de investering wel terug?). Veel energiesystemen scoren slecht op de architectonische waarde (ik vind het niet mooi, ik wil zo’n ding niet in de buurt van mijn achtertuin). Als er keuzes moeten worden gemaakt tussen systemen dan zullen die systemen verschillen op hun score op de waardedrijvers. Sommige gebruikers zullen andere keuzes maken dan andere. Als je dan de vraag stelt waarom geef je aan dit systeem de voorkeur, dan hoor je een hoger liggende laag van “waarde drijvers”. Door dit voor elke laag te herhalen, kom je uit op een verzameling van eindwaarden (gerelateerd aan het einddoel), maar ook instrumentele waarden (die iets zeggen over de manier waarop je het einddoel wilt bereiken). Belangrijk is om te realiseren dat mensen verschillen en dus vanuit andere eind- en instrumentele waarden tot andere keuzes komen. Dit is gebied wat veel meer onderzoek vergt en helpt met het huidige aanbod van energiesystemen veel beter te laten aansluiten aan de behoefte van (verschillende) mensen.
Energiesystemen
Energie is een zeer complex thema. Er zijn zeer veel verschillende technologiëen nodig om het fossiele brandstofverbruik naar 0 te brengen. Het is de uitdaging om kennis op te bouwen, welke systeemconfiguraties voor welk soort woon- of werkomgeving geschikt zijn.
Bovendien is het gebied technologisch nog sterk in beweging. We hebben nig niet echt een goede oplossing voor electrische energieopslag. Het kan wel, maar het is erg duur of erg zwaar. Het kan nog veel kanten op. Dus als we investeren, hoe zorgen we er dan voor dat de investeringen niet in de toekomst te snel afgeschreven moeten worden.
Energieinfrastructuur
In en op de bodem van Eindhoven liggen zeer veel infrastructuren, gas, water, electra, data, warmtenetren, glasvezel, riolering, wegen, spoorlijnen. Infrastructuren vergen grote investeringen, maar daarnaast bepalen ook wie wel en wie geen toegang krijgt. De verwachting is dat zeer veel energie lokaal wordt opgewekt en verbruikt. Echter, de zonnepanel
en geven alleen energie op een heldere dag als de zon aan de hemel staat. Hoe die variaties tissen dag en nacht, tussen zomer en winter op te vangen. Hetzelfde geldt voor warmte en koude. Als iedereen een elektrische auto voor de deur heeft staan met een oplaadpunt aan huis heeft dat gigantische consequenties voor de infrastructuur, want er moet opeens een heleboel stroom worden geleverd.
Een energieneutrale oplossing voor Eindhoven vergt inzicht en kennis op zeer veel gebieden. Bijvoorbeeld: met betrekking tot het opwekken van energie via zonnepanelen blijkt dat niet elk dak geschikt is. Kijk bijvoorbeeld naar de geschiktheid van je eigen dak op de zonneatlas.Ook met betrekking tot opwekking door middel van wind zijn er beoperkingen. Op daken is er twijfel of er goede oplossingen zijn (maar die race is nog niet gelopen, kijk bijvoorbeeld naar IRWES). Dan is er de optie van de grote windturbines, maar door het nabij gelegen vliegveld is het gebied waar dit kan ook beperkt. Zo is er voor elke laag de huidige situatie en de mogelijkheden op de kaart van EIndhoven te leggen en zullen er waarschijnlijk andere energiesystemen mogelijk of onmogelijk zijn.
Maatschappelijke vernieuwing
In innovatie stromen de geode ideëen als onderdeel van een groter geheel in de toepassing. De slechte ideëen moeten bij voorkeur tegen zo laag mogelijke kosten uit de innovatiestroomworden verwijderd. Ruwweg zijn er drie grove stappen. Is het op zichzelf een goed idee? Een van de dilemma’s is dat een goed idee voor iedereen iets anders betekent. Als veel partijen zich allemaal positief over een idee moeten uitlaten en ook nog werk en geld daarin moeten stoppen, dan zal duidelijk zijn dat de kans op succes dat het idee dit overleeft snel veel kleiner wordt. Daarom heeft innovatie in netwerken niet alleen veel verbinding nodig aan de operationele kant, maar ook aan de beoordelende kant. Maar vaak blijkt dat niet het geval en gaat een potentieel goed idee ten onrechte ter ziele.
Tenslotte is er ook de uitdaging om de vernieuwing of innovatie te organiseren. Er zijn vier clusters van partijen hierbij betrokken:
– de overheden
– het bedrijfsleven
– de kennisinstituten
– de burgers, gebruikeurs en eigenaren.
Wat het ingewikkeld maakt is dat iedere partij voor een deel eigenaar is van de energie uitdaging, maar ook zelf deel moet worden van de oplossing, sterker nog deel moet worden van het bedenken van de oplossing. Het is mij duidelijk geworden dat de wereld in 2045 er behoorlijk anders uitziet, zowel technologisch, maar ook sociaal en maatschappelijk. Diepgaande veranderingen zijn nodig en we staan nog maar aan het begin.
Wilt je meer lezen dan volgt hier wat literatuur, die mij erg geholpen heeft om inzicht te creëren.
Rest mij om iedereen uit te nodigen om zich te verdiepen in deze materie en mee te doen! Het is iets van ons allemaal!
Ruud Gal
Referenties:
Visie en roadmap Eindhoven Energieneutraal in de gebouwde omgeving
Persbericht Lancering Roadmap
Rapport Eindhoven Energieneutraal